Jaarrond beschermde nesten

Bescherming van vogelnesten

Tijdens uw werkzaamheden moet u rekening houden met het broedseizoen van vogels, het is namelijk verboden om nesten te beschadigen of te vernielen. Het verstoren van vogels tijdens het broedseizoen is niet verboden als de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar is. De Omgevingswet (voorheen Wet Natuurbescherming) kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat erom of er een broedgeval is. Verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. 

 

De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik vallen alleen tijdens het broedseizoen onder de bescherming van de wet. U heeft voor deze soorten geen ontheffing nodig voor werkzaamheden buiten het broedseizoen. En ook niet als u maatregelen treft die voorkomen dat deze soorten zich op de bouwplaats vestigen tijdens het broedseizoen. U mag dus buiten het broedseizoen nesten verplaatsen of verwijderen, maar daar zijn uitzonderingen op.

 

Jaarrond beschermde vogelnesten

De lijst met soorten met jaarrond beschermde nesten is niet in de Omgevingswet vastgelegd, maar het is een additionele beleidsregel die Rijk en provincies gebruiken om te sturen op een gunstige staat van instandhouding. De onderstaande vogelnesten (categorie 1 t/m 4) zijn het gehele jaar beschermd en dus niet alleen tijdens de broedperiode. In sommige gevallen zijn ook nesten van soorten uit categorie 5 het hele jaar door beschermd. Onder de tabel wordt een toelichting gegeven op de categorieën. Vetgedrukte soorten zijn categorie 5-soorten met een 'zeer ongunstige' staat van instandhouding. 

 

Nederlandse naam 

Bescherming  

Nederlandse naam  

Bescherming

steenuil 

Categorie 1

eidereend 

Categorie 5

gierzwaluw 

Categorie 2

ekster 

Categorie 5

huismus 

Categorie 2

gekraagde roodstaart 

Categorie 5

roek 

Categorie 2

glanskop 

Categorie 5

grote gele kwikstaart 

Categorie 3

grauwe vliegenvanger 

Categorie 5

kerkuil 

Categorie 3

groene specht 

Categorie 5

oehoe 

Categorie 3

grote bonte specht 

Categorie 5

ooievaar 

Categorie 3

huiszwaluw 

Categorie 5

slechtvalk 

Categorie 3

ijsvogel 

Categorie 5

boomvalk 

Categorie 4

kleine bonte specht 

Categorie 5

buizerd 

Categorie 4

kleine vliegenvanger* 

Categorie 5

havik 

Categorie 4

koolmees 

Categorie 5

ransuil 

Categorie 4

kortsnavelboomkruiper 

Categorie 5

sperwer 

Categorie 4

oeverzwaluw 

Categorie 5

wespendief 

Categorie 4

pimpelmees 

Categorie 5

zwarte wouw 

Categorie 4

raaf 

Categorie 5

blauwe reiger 

Categorie 5

ruigpootuil* 

Categorie 5

boerenzwaluw 

Categorie 5

spreeuw 

Categorie 5

bonte vliegenvanger 

Categorie 5

tapuit 

Categorie 5

boomklever 

Categorie 5

torenvalk 

Categorie 5

boomkruiper 

Categorie 5

zeearend 

Categorie 5

bosuil 

Categorie 5

zwarte kraai 

Categorie 5

brilduiker 

Categorie 5

zwarte mees 

Categorie 5

draaihals 

Categorie 5

zwarte roodstaart 

Categorie 5

 

 

zwarte specht  

Categorie 5

Vetgedrukte soorten zijn categorie 5-soorten met een 'zeer ongunstige' staat van instandhouding. Soorten met een * hebben een onbekende staat van instandhouding.

 

Toelichting categorieën

Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming het gehele seizoen:
Categorie 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust-en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil).
Categorie 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of
biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus).
Categorie 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk).
Categorie 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en ransuil).

Categorie 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd. Categorie 5-soorten zijn wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Indien dit het geval is, is een omgevingscheck benodigd.

 

Staat van Instandhouding (SvI)

De SvI is bepaald op basis van (a) de ontwikkeling in de populatie, (b) ontwikkeling in verspreiding, (c) ontwikkeling in kwaliteit van het leefgebied, en (d) toekomstperspectief. De meest sombere score bij een van de vier elementen (verspreiding, populatie, leefgebied, toekomstperspectief) bepaalt de indicatieve SvI. Indien twee of meer keer ‘onbekend’ is aangegeven, gecombineerd met ‘groen’ (gunstig), dan is de SvI ‘onbekend’.