Inventarisatie en advies biodiversiteit

Wat is de waarde van ons grasland voor kruiden en insecten, en hoe kunnen we deze vergroten?

Deze vraag werd aan ons gesteld door het Hoogheemraadschap van Delfland voor 16 percelen die zij in eigendom hebben. Het waterschap neemt graag concrete stappen om de biodiversiteit in het beheergebied te verbeteren.

Een vraag naar ons hart! Daar helpen we graag bij.

  • Midden-Delfland, Delft, Pijnacker-Noordorp en het Westland
  • Hoogheemraadschap van Delfland

Hoe pakken we dat aan?

We starten altijd met de uitgangspunten waar we mee moeten werken in ieder plangebied: grondsoort en waterhuishouding. Dit betekent dat we voorafgaand aan het veldbezoek de bodemkaart raadplegen en daarna de grondboor gebruiken tijdens het veldbezoek. Zo vergelijken we literatuurgegevens met de werkelijkheid.

Nadat de abiotische uitgangspunten zijn bepaald, vervolgen we de beoordeling van de percelen door te kijken naar vegetatie en fauna. Gezien de vraag van de opdrachtgever is met name aandacht gegeven aan de floristische potenties op een locatie, maar bijzondere faunistische waarden zijn uiteraard ook direct vastgelegd, zoals een voor Delfland zeldzame libellensoort, namelijk de bruine korenbout.

Graslandfase én nectarindex

Per locatie is eerst de graslandfase bepaald volgens de ‘Veldgids ontwikkeling van botanisch waardevol grasland’ en aanvullend hierop de Nectarindex volgens Floron.
Bij het analyseren van de resultaten bleek dat beide methoden redelijk vergelijkbaar zijn, terwijl ze vanuit een geheel ander perspectief ontwikkeld zijn, namelijk de graslandfase vanuit floristisch oogpunt en de nectarindex vanuit faunistisch oogpunt.

Een beoordeling van graslandfase 2 (dominantstadium grassen) leidt vaak tot een nectarindexwaarde van 3. En graslandfase 3 tot een nectarindexwaarde van 4. Graslandfase 5 (schraalland) vormt hierop echter de uitzondering, omdat de nectarindex vaak 1 is. Dit is logisch verklaarbaar omdat russen-, biezen- en zeggensoorten (planten van schraalland) vrijwel geen nectar te bieden hebben voor insecten.

Habitus - Grondboring voor inventarisatie biodiversiteit

Potenties in beeld

Met een combinatie van onderzoeksmethoden wordt het mogelijk om de potenties per perceel duidelijk te presenteren. Zo adviseren we welke maatregelen de opdrachtgever kan inzetten om biodiversiteit te bevorderen, met oog voor de al aanwezige waarden. Dat zijn soms heel concrete adviezen: bijvoorbeeld op welke percelen schapenbegrazing wel of geen goed idee is óf welk maaibeheer werkt voor de bevordering van de soortenrijkdom.

Bruikbare indicator voor Delfland

Interessant om nog te vermelden is dat we tijdens de veldbezoeken een bruikbare indicatorsoort hebben ontdekt voor het Delflandgebied die gunstige ontwikkelpotenties aangeeft, namelijk paddenrus. Deze soort werd op meerdere kansrijke locaties aangetroffen en is een bekende base-indicator en tevens een indicator voor een matig stikstofrijke bodem.

Investeren zinvol?

Met de verzamelde gegevens voorzien we het Hoogheemraadschap van Delfland van een specifiek investeringsadvies per perceel. Tevens ontstaat inzicht in waar de quick-wins liggen. Hiermee kan concreet de vraag beantwoord worden of investeren in ecologisch beheer (maaien en afvoeren) zinvol wordt geacht op een specifiek perceel. Zeker op (zware) kleigrond is dit een belangrijke afweging als je rekening wil houden met de maatschappelijk kosten enerzijds en biodiversiteitsbaten anderzijds.

Tot slot

Het Hoogheemraadschap heeft nu zowel een onderbouwd investeringsadvies alsmede concrete handvatten om de biodiversiteitswaarde op de percelen verder te ontwikkelen. We verwachten mooie ontwikkelingen!