Voorbereidingen onderzoek kleine marterachtigen

Wij zijn altijd op zoek naar uitbreiding van onze onderzoeksexpertise. Aangezien wij in de afgelopen periode diverse keren zijn benaderd voor onderzoek naar kleine marterachtigen hebben wij besloten om ons uitgebreid te gaan verdiepen in onderzoek naar deze soortgroep.

 

Om nader onderzoek te kunnen gaan uitvoeren naar kleine marterachtigen zijn we begonnen met voorbereidingen treffen voor het veldwerk. Onderzoek naar kleine marterachtigen kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. Wij hebben er in de huidige opdrachten voor gekozen om te gaan werken met cameravallen (deze methode is met name geschikt om aanwezigheid de bunzing mee vast te stellen) en sporenbuizen (deze zijn effectiever om de aanwezigheid van de wezel en/of hermelijn vast te stellen).

 

Cameravallen werkend krijgen spreekt voor zich: Als je de instellingen juist hebt, werken ze meteen nadat je ze hebt voorzien van batterijen en een SD kaart. Ook het interpreteren van de beelden hoeft niet erg ingewikkeld te zijn: als je de dieren op de foto’s maar juist identificeert. Het maken van sporenbuizen is echter een heel knutselwerk. Er moeten allerlei onderdelen los van elkaar besteld worden om deze in elkaar te knutselen. Een sporenbuis is een PVC-buis met een plankje erin waar kleine (zoog)dieren overheen kunnen lopen. In het midden van het plankje is een stempelkussen bevestigd met natuurlijke inkt (welke uiteraard niet schadelijk is voor dieren), met aan weerszijden een vel papier. Door een lokstof in de buis te sprenkelen worden eventueel aanwezige wezels of hermelijnen de buizen in gelokt, waardoor ze over het stempelkussen heen lopen en ze hun pootjes op het papier stempelen. Deze afdrukjes kunnen vervolgens geïdentificeerd worden. Al met al best een klusje, maar het resultaat mag er zijn. Inmiddels hebben wij 54 sporenbuizen die klaar zijn voor gebruik.

 

Hieronder een impressie van het proces: