Onderzoek naar een vleermuisvriendelijke lamp voor de Prinses Beatrixsluis

Woensdag 6 februari 2019 was het zover: de vernieuwde Prinses Beatrixsluis werd officieel geopend door – hoe kan het ook anders – Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix. De Prinses Beatrixsluis bevindt zich in het Lekkanaal in de gemeente Nieuwegein. Dit is de belangrijkste rechtstreekse hoofdvaarwegverbinding tussen de haven van Rotterdam en de haven van Amsterdam. Aangezien er steeds vaker en steeds grotere schepen het Lekkanaal passeren, heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat besloten om een derde kolk door Rijkswaterstaat aan te laten leggen. Een kolk is een doorgang van de sluis waardoor schepen kunnen passeren. Er bestonden dus al twee kolken, maar deze derde kolk moest extra groot en breed worden. Bijkomend voordeel van deze derde kolk is de verbreding van het Lekkanaal, waardoor er meer ligplaatsen beschikbaar zijn gekomen. Najaar 2016 is Sas van Vreeswijk in opdracht van Rijkswaterstaat gestart met de aanleg van een derde kolk. In het najaar van 2018 was de uitvoering van de derde sluiskolk afgerond. In 2019 volgt de renovatie van sluis 1 en sluis 2 en daarna volgt er 27 jaar beheer en onderhoud door dezelfde opdrachtnemer.

 

Prinses Beatrixsluis Rindert van den Toren

Fotograaf: Rindert van den Toren. Bron: www.prinsesbeatrixsluis.nl

 

Een energieneutrale sluis

Naast de aanleg van een derde kolk en het verbreden van de sluis en het kanaal, wilden Sas van Vreeswijk graag nog een stapje verder gaan. Het idee ontstond om de sluis energieneutraal te maken door het plaatsen van zonnepanelen. Sas van Vreeswijk realiseert daarom ten oosten van de derde kolk een veld met zonnepanelen, ingezonken in het landschap. Hiermee kan de sluis volledig in haar eigen energiebehoefte voorzien.

 

Vleermuizen

In het gebied rondom de Prinses Beatrixsluis leeft een grote variatie aan flora en fauna. Eén van de voorkomende diersoorten is de vleermuis. Vleermuizen zoals de gewone dwergvleermuis en de watervleermuis gebruiken dit gebied als vliegroute en foerageergebied. Het is erg belangrijk om met deze soorten rekening te houden, aangezien vleermuizen kwetsbaar zijn en volgens de Wet natuurbescherming beschermd. In de praktijk betekent dit dat Sas van Vreeswijk zorg voor moet dragen dat het foerageergebied voor de vleermuizen zowel tijdens de bouwfase alsmede in de gebruiksfase bereikbaar blijft. Maar hoe bereik je dit tijdens de bouw van zo’n grote sluis?

 

Dwergvleermuis Kamiel Spoelstra

Gewone dwergvleermuis. Fotograaf: Kamiel Spoelstra

 

Vleermuisvriendelijke en energievriendelijke lamp

Bij de Prinses Beatrixsluis is verlichting essentieel. Zo moet de sluis goed verlicht zijn voor het verkeer dat door de sluis vaart. De ogen van vleermuizen zijn echter zeer gevoelig voor blauw en ultraviolet licht. Daarbij raken de vleermuizen verblind. Gebieden waar zulk licht schijnt, zijn daarmee zeer onaantrekkelijk voor vleermuizen. Als gevolg zullen vleermuizen naar verloop van tijd uit het gebied verdwijnen. Gelukkig bestaan er vleermuisvriendelijke lampen. Deze vleermuisvriendelijke lampen kenmerken zich door amberkleurig licht zonder blauw in het spectrum. Toch ontstond hiermee een probleem: de vleermuisvriendelijke lamp bleek wat betreft energieverbruik niet aan de wensen van het project te voldoen.

 

Doel van het onderzoek

Dit probleem is de aanleiding geweest voor de zoektocht naar een alternatieve vleermuislamp die tevens energiezuiniger is. In samenwerking met een aantal partijen, waaronder Holophane, Innolumis en Ecosuccess, De Zoogdiervereniging, Rijkswaterstaat en aannemingscombinatie Sas van Vreeswijk, is Habitus natuur en landschap een onderzoek gestart. Een soort lamp die mogelijk aan de eisen voldoet is breedbandig amber, ook wel ‘phosphor converted amber led’ genoemd. In tegenstelling tot smalbandige amberlampen, verbruiken breedbandige amberlampen minder energie. Aangezien dit soort vleermuislamp relatief nieuw is en er nog geen kennis is over het effect op vleermuizen, dient onderzocht te worden deze lamp qua functionaliteit gelijkwaardig is aan de bestaande vleermuislamp. Uitgangspunt is dat de breedbandige amberlamp wat betreft vleermuisvriendelijkheid niet onder moet doen voor de smalbandige amberlamp.

 

Vleermuislamp Prinses Beatrixsluis

 

De samenwerking

Dit onderzoek vindt plaats in een uniek samenwerkingsverband. De partijen die aan dit onderzoek bijdragen, zijn de volgende. Marcel Schillemans van De Zoogdiervereniging is de teamleider van dit onderzoek. Herman Limpens van De Zoogdiervereniging is senior onderzoeker vleermuizen, en heeft de onderzoeksmethode bepaald. Victor Loehr is vanuit Rijkswaterstaat betrokken in het kader van de kennisagenda ecologie droog en kennisveld Eco-engineering. De aannemerscombinatie Sas van Vreeswijk heeft als uitvoerende partij meegedacht met de wens om zowel vleermuisvriendelijk als energiezuinig te verlichten. Kamiel Spoelstra van het NIOO-KNAW verricht wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van verlichting op ecologie (waaronder vleermuizen), en heeft meegekeken naar de onderzoeksopzet. Natuurlijk zijn er geen vleermuislampen zonder lampleverancier. De lampleverancier van de breedbandig amber lamp is Holophane. De lampen die als vergelijkingsmateriaal dienen, werden geleverd door Innolumis en Heijmans. Ecosuccess heeft de elektronische sturing van de verlichting gebouwd. Tot slot is Habitus natuur en landschap de partij die de vleermuisonderzoeken verricht. Dankzij deze mooie samenwerking kan dit onderzoek met een breed draagvlak worden uitgevoerd.

 

Uitvoering van het onderzoek

De uitvoering van dit onderzoek bestaat uit twee onderdelen: onderzoek naar het huidige gebruik van het projectgebied als oversteekplaats voor de gewone dwergvleermuis en onderzoek naar de functionaliteit van de breedbandige amber lamp.

 

Onderzoek oversteekplaats gewone dwergvleermuis

In dit deel onderzoeken we het huidige gebruik van het projectgebied als oversteekplaats voor de gewone dwergvleermuis, om te kunnen vergelijken met het historische gebruik. Dit doen we door ’s avonds vleermuisonderzoeken uit te voeren. Met behulp van diverse apparatuur nemen vleermuisonderzoekers van Habitus waar op de plekken waarvan wordt verwacht dat de vleermuizen oversteken. Aangezien de gewone dwergvleermuis de meest algemene vleermuissoort is, richten wij ons tijdens dit onderzoek op deze soort. De batdetectors die tijdens de vleermuisbezoeken worden gebruikt zijn de Batlogger, Petterson D240x met edirol en de Anabat walkabout. Ook wordt er gebruikgemaakt van de warmtebeeldkijker Pulsar Thermal Imaging Scope Helion. Tijdens deze vleermuisbezoeken tellen we het aantal waarnemingen. Deze waarnemingen worden geregistreerd in WrnPro. De gegevens zullen vervolgens worden geanalyseerd.

 

Onderzoek functionaliteit breedbandig amber lamp

Dit onderdeel van het onderzoek is erop gericht om te achterhalen wat de functionaliteit van de energievriendelijke, breedbandige phosphor converted amber lamp is voor de vleermuizen en of die vergelijkbaar is met die van smalbandig amber lampen. De breedbandige lamp die we onderzoeken, is de lamp van het type ‘Imap’ van Holophane. We onderzoeken de functionaliteit van deze lamp in relatie tot de klassieke smalbandige vleermuisvriendelijke lamp, de witte lamp en de donkere lamp. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door gedurende drie maanden elke nacht een andere lampkleur te laten branden, afgewisseld met donkercontroles, en tegelijkertijd met vijf automatische batrecorders in een transect onder de lampen opnames van de vleermuizen te maken. Met het resultaat van dit onderzoek hopen we te kunnen bepalen in hoeverre vleermuizen zich onder Imap vergelijkbaar gedragen als onder smalbandig amber en of het verschil met het gedrag onder wit licht eveneens vergelijkbaar is.

 

15 mei: start vleermuisseizoen

Het vleermuisseizoen start op 15 mei en duurt tot en met 31 september. In deze periode voert Habitus ’s nachts vleermuisonderzoek uit. Hoe doen de vleermuizen het nu in het gebied rond de Prinses Beatrixsluis? Hoe is hun gedrag, hoeveel vleermuizen vliegen er rond, en vliegen ze nog op dezelfde oversteekplaatsen als voorheen? Dit gaan we onderzoeken in de periode tussen 15 mei en 15 juli 2019. In de periode september-oktober hopen we de resultaten met jullie te kunnen delen.

 

   Sas van Vreeswijk                  Agidens